Regels zijn niet alleen voor kleuters

 In Ervaring

Wil je als trainer afspraken maken met de deelnemers, zonder als een juf/meester over te komen? Lees dan deze 7 tips om met de groep op luchtige wijze duidelijke afspraken te maken.

1. Ken je doel

Bij de woorden ‘regels’ of ‘afspraken’ hebben mensen de associatie met school en/of gezin. Er is daarbij een autoritair persoon aanwezig, die je vertelt wat je wel en niet mag doen. Met een bestraffend vingertje op het moment dat je rebels de regels aan je laars lapt of deze per ongeluk overtreedt. Dat is wat je niet wilt bereiken met de groep. Bedenk daarom van tevoren wat je doel is:

  • Veiligheid creëren in de groep
  • Verwachtingsmanagement
  • Deelnemers confronteren
  • Confrontaties met deelnemers voorkomen
  • Inleiding onderwerp

2. Noem het geen regels of afspraken

Om de associaties met school of gezin en bestraffing te voorkomen, kun je andere woorden dan ‘regels’ of ‘afspraken’ gebruiken. Je kunt het bijvoorbeeld hebben over ‘omgangsvormen’ of over onze top 8 voor een fijne samenwerking.

3. Maak de groep verantwoordelijk

Waarschijnlijk heb je een aantal voorkeuren, die je graag verwerkt wil hebben in de omgangsvormen. Bijvoorbeeld:

  • Iedereen is op tijd aanwezig
  • Mobiele telefoons staan uit
  • We communiceren open naar elkaar

Parkeer deze omgangsvormen in eerste instantie. Je wilt graag dat de deelnemers zich net zo goed aan de regels houden als jijzelf. Voor hen is er misschien iets anders ‘normaal’ dan voor jou, bijvoorbeeld omdat het in de cultuur van het team zit. Begin daarom in eerste instantie bij de deelnemers: wat willen jullie? Grote kans dat er een overlap is met jouw wensen. Zo niet, dan kun je deze erin gooien als suggestie: ‘En hoe willen jullie omgaan met …?’ Of je voegt eraan toe: ‘Ik vind het fijn om … Wat vinden jullie daarvan?’

4. Maak er een werkvorm van

  • Een groepsgesprek voeren, waarbij jij als trainer de leiding neemt.
  • Verdeel de groep in subgroepen en geef ze een groot vel papier mee. In de
    subgroep gaan de deelnemers met elkaar brainstormen. Vervolgens stellen
    ze een top 5 samen, die aan de rest wordt verteld en dan maakt de groep met
    elkaar hun gezamenlijke top 8.
  • Stel de wondervraag. ‘Dit wordt de meest perfecte training aller tijden. De
    inhoud is geweldig, je leert enorm veel en de sfeer was super. Hoe ziet die
    sfeer er dan uit? Wat heb jij gedaan aan deze sfeer? Wat hebben de andere
    deelnemers gedaan?’ Laat de deelnemers hun eigen antwoord opschrijven of
    tekenen. Vervolgens laat je dit in subgroepen bespreken, waarna elke subgroep
    plenair een samenvatting geeft. Hieruit volgen de uiteindelijke groepsafspraken.

De ene werkvorm vraagt meer tijd dan de andere. Afhankelijk van je doel en je tijdschema kun je kiezen wat er bij de training past. Vaak is er een koppeling te maken naar de inhoud van het programma, waardoor de deelnemers bijna ongemerkt bezig zijn met het opstellen van afspraken.

5. Schrijf op wat er besproken is en formuleer dat positief

De uiteindelijke opgestelde afspraken zijn een leidraad voor de rest van de training. Zorg er daarom voor dat deze terug te lezen zijn. Ideaal is een flip-over vel waar ze duidelijk leesbaar op staan. Deze kun jij als trainer beschrijven, maar dat kun je ook aan de deelnemers overlaten. In hun eigen woorden heeft het vaak meerwaarde. Met kleurtjes en symbolen kan de ‘poster’ opgeleukt worden. Hang hem op een zichtbare plek op.
Bij het opschrijven van de afspraken is het belangrijk om te weten dat onze hersenen het woord ‘niet’ níet registreren. Denk maar eens niet aan een rode sportauto. Niet aan denken! Niet denken aan de rode lak. Niet denken aan hoe soepel hij over de weg glijdt. Denk vooral niet aan een rode sportauto. Waar denk je aan? Juist, die rode sportauto! Daarom is het belangrijk om bij de afspraken te formuleren wat je wél verwacht.
Niet: We praten niet door elkaar heen.
Wel: We laten elkaar uitpraten.
Niet: We roddelen niet over elkaar.
Wel: Als je iets dwars zit, dan praat je daar met de persoon zelf over.

6. Wees een levend voorbeeld

De beste manier om jouw waarden over te brengen, is door het te laten zien. Mag er in de trainingsruimte niet gegeten worden? Doe dit dan zelf ook niet. Wil jij dat de deelnemers elkaar feedback geven op de gemaakte omgangsvormen? Geef dan zelf eerst feedback op hoe jij wil dat men met jou omgaat. En dat kan al vóórdat plenair besproken is hoe jullie met elkaar om willen gaan. Practise what you preach.

7. Kies het juist moment

Contact voor contract. Begin elke training met een kennismaking. Op deze manier heeft de groep feeling met jou en heb jij die ook met de groep. Als je direct met de deur (oftewel het opstellen van regels) in huis valt, kom je over als een beoordelend persoon, terwijl je juist vanuit contact en wederkerigheid wilt
werken. Toch? Wel raad ik je aan om dit onderdeel aan het begin van de training te doen, zodat alle neuzen dezelfde kant op staan. Meer hierover lees je in het artikel ‘Contact voor contract’.

Maak jij ook afspraken met de groep? Hoe zorg jij er dan voor dat je niet als een juf of meester overkomt?

Gerelateerde Artikelen

Geef een reactie