Herken jij interactiepatronen in werkvormen?

 In Werkvormen

‘Kun je een training komen geven? Maar dan wel graag met interactie hè?’ Deze vraag krijg ik regelmatig. Het lijkt zelfs de norm te zijn; de deelnemer moet en zal participeren! Nu klinkt dit voor velen als vanzelfsprekend. Maar sta jij als trainer ook niet dikwijls lang te praten terwijl je deelnemers niks zeggen?

Interactie

Zelf gebruik ik interactie om iets te verduidelijken, om aha-momenten te creëren, of om de theorie kracht bij te zetten. Interactie zet ik in als middel om het doel van mijn training beter te behalen. Interactie verhoogt de betrokkenheid van de deelnemers en zorgt voor meer energie tijdens de training. Op TrainersBlog.nl verschijnen regelmatig artikelen met leuke interactieve werkvormen waar je wellicht veel aan hebt. Maar ben jij je ook bewust van de verschillende verbale interactiepatronen die achter deze werkvormen zitten?


Trainergecentreerd

Allereerst heb je het meest voor de hand liggende patroon van interactie: de trainergecentreerde interactie. Dit patroon zie je terug bij een quiz of Q&A. De trainer stelt een vraag of maakt een opmerking, de deelnemer reageert. Dit is de minst tijdrovende vorm van interactie. De deelnemers zijn bij deze vorm actief betrokken en de trainer heeft tegelijk veel controle op de inhoud van de training. Een risico is dat de trainer de deelnemers gebruikt om input te krijgen om het eigen verhaal te versterken. Hierdoor draait het dus alsnog om wat de trainer verteld en krijgt de bestaande inhoud geen toevoegingen of ontstaan er geen interessante discussies. Let er dus op welke vragen je als trainer stelt.

 

Deelnemergestuurd

Het tweede patroon noem ik de deelnemergestuurde interactie. In principe is het hier de bedoeling dat de trainer eerst een opdracht geeft of een vraag stelt. Vervolgens gaan de deelnemers hier onderling met elkaar over in gesprek (of in discussie). Denk bij dit patroon eens aan een brainstorm. Het nadeel van deze vorm is dat de deelnemers volledig kunnen afdwalen waardoor de trainer de “controle” verliest.

Begeleidend

Het laatste en moeilijkste patroon in interactie is de begeleide interactie. De trainer geeft deelnemers hier opnieuw een opdracht of stelt hen een vraag. Deelnemers delen vervolgens kennis en ervaringen of discussiëren met elkaar, waarbij de trainer de rol van procesbegeleider heeft. De trainer bewaakt hier de kwaliteit van het gesprek. De inhoud wordt bepaald door de deelnemers. Ook kan de trainer de ervaringen van cursisten abstraheren tot theorie. Persoonlijk vind ik dit de meest waardevolle vorm. Ik krijg enorm veel input van de deelnemers, er wordt bizar veel geleerd en deelnemers zijn zeer actief betrokken. Wat wil een trainer nog meer?

Hopelijk heb ik je wat meer inzicht kunnen geven in interactiepatronen waardoor het kiezen van interactieve werkvormen je beter af gaat. Denk na over je doel. Kijk welk interactiepatroon je middel is om dit doel te bereiken, en koppel er je werkvorm aan. Succes en heb je nog toffe werkvormen om te koppelen aan deze patronen, laat het weten!

Gerelateerde Artikelen

Geef een reactie