Hoe deel je als trainer de ruimte in?
De manier waarop de ruimte is ingedeeld en de plek waar deelnemers zitten, heeft een enorme impact op het effect van de training!
Ik gaf een reeks trainingen aan een groep jongeren. Voor een bepaalde werkvorm zette ik hen rond te tafel. We (6 jongeren, 2 trainers) zaten dicht bij elkaar. Hun begeleiders zaten op afstand. Nog voordat ik de werkvorm uit kon leggen, ontstond er een diepgaand gesprek. Het ging over hun (niet al te nette) gedrag op straat. Dit onderwerp hadden we al meerdere keren aangekaart, maar nu ontstond het vanzelf en waren de deelnemers opener dan eerst. Wat was er anders? Ten eerste de manier waarop we zaten: dicht bij elkaar met een tafel ‘veilig’ ertussen. Ten tweede waren de begeleiders niet in beeld. Deze opstelling gaf een knusse en vertrouwelijke sfeer. Ik werd mij er weer van bewust hoeveel impact het heeft op welke manier deelnemers zitten.
Wil je dat iedereen met elkaar kennismaakt of dat er groepsgesprekken en -discussies ontstaan?
Met elke groep begin ik het liefst in een cirkel of U-vorm, zonder tafels ertussen. Op deze manier kan iedereen elkaar aankijken. Daarnaast bevordert het de interactie. Ik maak graag gebruik van actieve werkvormen. Het voordeel van geen tafels is dat er ruimte is voor beweging. Mensen kunnen gaan staan, stoelen zijn snel aan de kant geschoven en er is ruimte om naar elkaar toe te lopen of om op een andere manier gebruik te maken van het lokaal. Een open kring/U-vorm zet deelnemers veelal in een actieve modus. Mensen vinden het vaak spannend om geen tafel voor zich te hebben. Dit vraagt extra aandacht van de trainer voor een veilige sfeer. Wel zet ik tafels aan de kant, zodat deze makkelijk erbij gepakt kunnen worden voor andere werkvormen en zodat er spullen opgelegd kunnen worden.
Een U-vorm of vierkant maken met tafels ertussen kan ook. Mensen voelen zich daar meer bij op hun gemak, maar hebben ook de neiging om passief te worden of achterover te leunen. Tafels erbij heeft als voordeel dat er spullen op gelegd kunnen worden en dat deelnemers aantekeningen kunnen maken, wat handig is als er veel informatie wordt gegeven.
Wil je dat deelnemers met elkaar samenwerken?
Kies dan voor kleine groepjes met een aantal stoelen rondom een tafel. Op de tafel kunnen de materialen neergelegd worden. De tafel zorgt er ook voor dat elk groepje een duidelijke plek heeft. Op deze manier zijn de deelnemers die samenwerken op elkaar gericht en worden ze niet snel afgeleid door andere groepjes.
Wil je een vertrouwelijk gesprek op gang brengen?
Daarvoor werkt het goed om mensen dicht bij elkaar te zetten. Mijn voorbeeld over de jongeren, die rondom een kleine tafel zitten, is een manier. Een andere optie is een krappe kring maken of deelnemers op de grond laten zitten. Uiteraard is er meer nodig dan de juiste opstelling om een dergelijk gesprek te laten ontstaan.
Wil je dat alle aandacht uitgaat naar één persoon?
Bij een (eind)presentatie van een deelnemer wil je bijvoorbeeld dat de focus daar volledig ligt. Ik maak zelf graag gebruik van een U-vorm. Het nadeel daarvan is dat
deelnemers snel afgeleid kunnen zijn door anderen aan de overkant en de meesten half gedraaid op een stoel zitten. Een andere optie is de theateropstelling. Dan kijkt iedereen automatisch naar voren. Deze opstelling is vooral handig als er (eind)presentaties worden gegeven of een film wordt vertoond.
Wil je dat er ruimte is voor beweging?
Haal dan alle stoelen en tafels weg. Zet ze uit het lokaal of aan de rand. Ideaal voor teambuildingsactiviteiten, theaterwerkvormen, energizers, enzovoorts. Een leuk bijkomend effect is dat mensen op de grond kunnen gaan zitten, wat voor een informele sfeer zorgt. Ook leuk om het lokaal op deze manier in te delen bij de start van de training. Het geeft een verrassingseffect en maakt mensen nieuwsgierig: wat gaan we doen? Let er wel op dat je niet te lang de stoelen weghoudt, want dan is de kans groot dat deelnemers last krijgen van hun rug en niet meer opletten.
Wil je dat deelnemers zich alleen op zichzelf richten?
Laat hen dan zelf een plek in de ruimte zoeken. Alles mag: tafels en stoelen verplaatsen, op de grond zitten, eventueel kan er zelfs ook buiten het lokaal plaatsgenomen worden. Zo kunnen de deelnemers een eigen ‘space’ creëren. Een eigen veilige zone, waar hij/zij zich op zijn/haar gemakt voelt en niet wordt afgeleid door anderen.
Wat is jouw favoriete indeling?
Leuk thema!
Voor mij moet een ruimte flexibel in te richten zijn. Dus bij voorkeur de grote dingen op wieltjes. Meerdere opstellingen kunnen maken is een must.
Ik heb wel eens een training gegeven in een pijpenla waarin ook nog 2 bedden stonden. Dan is het heel hard werken met die groep die toevallig bij elkaar geraapt is vanuit diverse functies.
Na de periode van trainen heb ik zelf een trainingsruimte ontwikkeld. De grote tafel staat op wieltjes en is in 2 delen anders in de ruimte te zetten. De stoelen zijn eenvoudig anders te zetten en er zijn 18 zitballen waar je ook zittend op kunt bewegen. In ieder geval is het lastig om je schrap te kunnen zetten.
Van zowel trainers als trainees krijg ik daar veel reactie op. De ruimte voelt beschut en veilig en de beweeglijkheid van indeling komt het trainingsprogramma ten goede.
Voor mij draagt een goed ingerichte ruimte sterk bij aan het succes van de training.